Wessex, het pure Engeland 

Een verlengd weekend, dat is genoeg om de neus iets verder te steken dan de traditionele Tuin van Engeland. Naar het legendarische Wessex bijvoorbeeld, het Angelsaksische koninkrijk der West-Saksen in het zuidwesten van het eiland.  

Smalle country roads omzoomd met hagen die het zicht belemmeren, het ongemakkelijke gevoel van links te rijden, de veranderlijke weersvoorspellingen, ik vergeet het allemaal in de opwinding om eindelijk nog eens het Kanaal over te steken. De gps gidst ons hoe dan ook door het golvend groen. De BMW vóór mij rijdt gelukkig ook aan de linkerkant. En, last but not least, een zachter lentebries heeft er niet meer gewaaid sindsdien …

Golvend groen en geel, Zuid-Engeland ten voeten uit.

De tweelingzussen van Biddenden

Van Folkestone gaat het vlot naar Biddenden. Een Normandisch kerkje en wat Vlaamse wevershuisjes, dat is genoeg om even gedag te zeggen. Of het moet een pub of inn zijn om meteen de Engelse ziel te omarmen. Het zonneterras van de Red Lion schenkt naast koffie ook een blik op het schouwspel dat we leven heten.

In het spoor van de BMW …

Mooi zo. Kan ik tussendoor het verhaal van de Biddenden Maids vertellen. Bij het binnenrijden van het dorpje hebben onze vrienden het bord met de beeltenis van de tweelingzussen natuurlijk niet gezien. In 1100, of 1500 (in het schijnsel der kaarslicht vergisten middeleeuwse kopiisten zich wel eens!), verbond het lot Mary en Eliza Chulkhurst tot de dood. ‘Samen uit, samen thuis’ moet de Siamese tweeling hebben gedacht, want bij de dood van de ene gaf de andere terstond de geest. Zo gaat de overlevering toch.

Biddenden heeft iets met tweelingen, zo te zien.

Weverswoningen in Goudhurst 

Geen harde Biddenden-biscuits, wel boterzachte koeken die we gulzig in onze koffie deppen op een terras in Goudhurst. Ook hier weerom een rijtje weverswoningen, aangevuld met enkele verbouwde eesthuizen. Je weet wel, dat zijn die rare snuiters met hun schuinstaande windkappen waarin ooit hop lag te drogen.

Good times in Goudhurst! 

Knikkebollend dommelen sommigen ei zo na in onder een bloesemende paardekastanje. Een niet te versmaden stilteplek met eendenvijver aan de andere kant van het dorp. Mijn fototoestel zoemt er niettemin lekker op los. In enkele shots leggen we de drukke begankenis in en rond de hoofdstraat vast.

Vlaamse wevers brachten welvaart naar Goudhurst vanaf 1330.  

De tuin van Eden, of is het Scotney Castle? 

Wie het geluk heeft om het graafschap Kent te doorkruisen, moet minstens een tuin bezoeken. Die van Scotney Castle ligt pal op onze weg. In tegenstelling tot sommige van zijn grote broers is hij heel wat minder druk.

Scotney Castle, waar Thatcher thuis was.

‘My home is my castle and Eden is my garden’. Het hadden de woorden kunnen zijn van Margaret Thatcher. De Iron Lady betrok er in de 80-er jaren van de vorige eeuw een kamertje. Blikvanger is de 14de-eeuwse kasteelruïne met slotgracht. Deze werd knap geïntegreerd in het 19de-eeuwse tuinontwerp. Ongezien glip ik tussen heesters en struiken voor een nóg beter perspectief.

Engelsen weten iets af van tuinieren.

Het pastorale Dorset

Met een vol bord en een al even overlopend glas besluiten we de avond in de Yew Tree Inn. Een heilige taxusboom als uithangbord voor een herberg? Het is eens iets anders dan King’s Head of Queen’s Head. Aan koninklijke hoofden geen gebrek. Er rolden er hier geregeld enkele van het schavot. Gezelligheid troef in de inn. Toch maken we het niet te laat. Het pastorale Dorset wacht op ons.

Engelser kan haast niet.

Ver is het niet naar het heuvelstadje Shaftesbury. Foutloos leidt de gps ons naar boven, tot aan de voet van de steile Gold Hill. In tegenstelling tot de 13-jarige knaap uit een lang vervlogen commercial laten we onze fiets staan. Te voet sjokken we naar boven. Daar genieten we van een weergaloos zicht op de uitgestrekte Blackmore Vale.

Gold Hill in Shaftesbury. Als je hier elke dag naar boven moet … 

De broodjongen van Shaftesbury

Toch is dat niet de enige reden waarom we hier staan te hijgen. Het hobbelige, in een flauwe bocht aflopend, straatje is om in te kaderen. Aan de ene kant zien we de resten van een Saksische vrouwenabdij, aan de andere kant de onderhand bekende cottages. Reclamejongens wisten dat maar al te goed, toen ze het in opdracht van de firma Hovis als decor gebruikten voor een tv-spot … over brood! Niemand minder dan Ridley Scott (toen nog onbekend!) blikte de fameuze scène in waarin een jongetje een met brood beladen fiets moeizaam naar boven duwt.

Geef ons heden ons dagelijks brood. Gemakkelijker gezegd dan gedaan in Shaftesbury.  

Trage wegen voeren ons door een eerlijk landschap. Thomas Hardy, de Stijn Streuvels van Dorset, beschreef het graag in zijn romans. Half in gedachten verzonken, volg ik gewillig het spoor van de BMW. Het is nochtans uitkijken geblazen op de smalle landwegels. Verongelukte hier in de omgeving niet de grote Lawrence of Arabia met z’n motorfiets?

Cerne Abbas Giant, een reus met een knots van mannelijke trots 

Een ander groot figuur, en minstens even onfortuinlijk, is de Cerne Abbas Giant, op de kalkheuvel iets ten noorden van het gelijknamige dorp. Hier hadden de Engelsen een reusachtige Deense krijger in zijn slaap verrast. Ten bewijze ervan hadden ze dan maar de plaats van het delict omlijnd. Deense reus, Romeinse Hercules, heidens cultfiguur of gewoon een plaatselijke grap, het zal me worst wezen. De 55 m hoge kalksjabloon met een knots van mannelijke trots blijft een indrukwekkende verschijning. Naar het schijnt zou een nachtje onder de blote hemel én op de juiste plek een probaat conceptiemiddel zijn. Onze vrouwen hebben alvast trek … in een warme chocola!

De reus van Cerne Abbas.

Tearooms genoeg in Cerne Abbas. Het bouwkundig erfgoed wijst op flink wat welvaart in het verleden. Daar zat een benedictijnerabdij (abbas is Latijn voor abt) en een bron (helder water voor brouwersactiviteiten) voor iets tussen. Monniken en bier, welk deksel past er beter op dit potje?

Het dorpje Cerne Abbas is bijzonder gegeerd bij toeristen. Terecht. 

Jurassic Coast

Eten doen we in Abbotsbury, in de tuin van ‘The Swann’. Een toepasselijke naam, want de eeuwenoude zwanenfokkerij van de plaatselijke abdij is de belangrijkste trekpleister van het dorp. Honderden knobbelzwanen leven er ongestoord in de luwte van Chesil Beach. Deze smalle kiezelstrook verbindt het eilandje Portland met het vasteland.

Zwaan hebben we er niet gegeten.

Kiezeltjes rapen op het strand zit er echter niet in. Net zo min als schelpjes in Lulworth. Nochtans liggen de fossielen hier voor het grijpen. Jurassic Coast is een paradijs voor fossielenjagers en behoort met zijn geologische curiosa tot één van de mooiste kustlandschappen. Niet alleen in de prehistorie moet het hier een komen en gaan zijn geweest. De 135 km lange kust trekt jaarlijks een miljoen bezoekers. Het paradijselijke Lulworth Cove verwacht je eerder op een tropisch droomeiland. Met de gemiddelde snelheid van een brontosaurus geraken we tot bij Stair Hole. Enorme plooiingen in het kalkgesteente maken de inwendige spanningskrachten van de aarde bijzonder visueel.

Stair Hole, een geologisch gat. 

Van Corfe Castle naar Wareham

Een met bloed doordrenkte burchtruïne, met aan de voet ervan een onschuldig dorpje, dat moet Corfe Castle zijn. ‘The Grehound Inn’, waar we een koffie slurpen, zou de meest gefotografeerde pub van Engeland zijn. Het bolwerk, of wat er nog van rest, is voor altijd verbonden met het triestige lot van Eduard de Martelaar. De Engelse kind-koning werd hier in 978 op 16-jarige leeftijd door zijn stiefmoeder in de val gelokt en lafhartig doodgestoken. De jongen hield er wel een heiligverklaring aan over.

Corfe Castle werd door de troepen van Cromwell neergehaald. 

Het dorpje zelf lijkt nog steeds in de rouw. Dan is Wareham heel wat vrolijker. Het oude havenstadje aan de Frome heeft alles in huis om de haastige toerist halt toe te roepen. Zo zijn er met riet bedekte cottages rond een kerkje en enkele tot horeca omgevormde pandjes aan de kade. Wie hierna de beentjes nog wil strekken, kan dat doen op een unieke aarden omwalling. De wal dateert nog uit de tijd van de grote Alfred, die er de woeste Vikingen mee wilde imponeren.

Het haventje van Wareham is een gezellige plek. 

Milton Abbas heeft ze netjes op een rij!

Een totaal andere kant van de Britse identiteit krijgen we in Milton Abbas te zien. Geen volkse bedoening, maar een ordentelijk en klassevol straatbeeld hier. Op het einde van de 18de eeuw liet Lord Milton een volledig nieuw dorp bouwen. Ter compensatie van het oude Milton, dat moest wijken voor een beter zicht vanuit zijn landhuis. Het landhuis is nu een school en heel wat studenten en rijke gasten logeren in het nieuwe Milton Abbas. Of hoe sociale woningen van status zijn veranderd. 

Het ‘nieuwe’ Milton Abbas.

‘Alles ligt er zo verlaten bij omdat iedereen aan tafel zit misschien’, fluistert iemand ongeduldig. Boodschap begrepen. In één ruk rijden we door naar Odstock. Hier verfrissen we ons als een mus in een plas. Zoals mijn jongste dochter dus. Gelukkig voor mij vinden we nog een afspanning waar ze nog wat warms op het fornuis hebben staan. Het beetje alcohol in de cider van de vrouwen mist zijn uitwerking niet. Ook dat Angus beef toont zich van z’n beste kant. Naar goede gewoonte worden de laatste gaatjes dichtgestopt met wat zoets. Ieder pondje gaat door het mondje, maar behalve de rekening lijkt niemand daar last van te hebben!

Salisbury Cathedral

De lente maakt ons zingend wakker. Vogeltjes kwetteren uit volle borst in de tuin. Ook de snavel van de vrouwtjes laat zich niet onbetuigd. Een smetteloos hemelsblauw neemt alle twijfel weg: het wordt een superdag! Was groen de kleur van gisteren, dan is geel die van vandaag. De honinggele huisjes van de Cotswolds en de warme avondgloed op de kathedraal van Wells, het zijn slechts enkele voorbeelden hoe zacht en romantisch geel kan zijn.

Een bed en een ontbijt, meer hebben we niet nodig in Odstock.

Salisbury heeft niets te maken met de gelijknamige hills van Peter Gabriel. Toch mag je het kathedraalstadje een topper onder de Engelse steden noemen. De langste torenspits van Engeland, de oudste kruisgang van Engeland, de oudste nog mechanisch werkende klok van Europa, je zou voor minder de helm van je hoofd trekken. We zijn dan ook een uurtje bezig met de kathedraal.

De kathedraal van Salisbury is een schitterend gebouw in vroeg-Engelse stijl.

Salisbury Plains

De groene ruimte rond de kathedraal is een wereld op zich. Nog altijd gaan de poorten ’s avonds dicht in Cathedral Close. Via de High Street Gate wandelen we naar het centrum. Hier botsen we op een merkwaardig stenen bouwsel. Poultry Cross is één van de afgebakende ruimtes op het marktplein, waar middeleeuwse kooplui het pluimvee uitstalden.

Poultry Cross, waar het pluimvee werd uitgestald op marktdagen.

Old Sarum, de oorspronkelijke nederzetting ten noorden van de stad, moet het afleggen tegen de moeder van alle prehistorische plaatsen. De desolate kalkvlakte van de Salisbury Plains was heel lang geleden een dichtbevolkte streek. Dat blijkt het ook nu te zijn in Stonehenge. Bussen vol Japanners schuiven rijtje aan de magische megaliethenkring! Gauw een foto en dan als de heidense bliksem ervandaan …

Stonehenge, what else?  

Het hart van Engeland 

Na een dolle rit door een militair domein (!) komen we op adem in het stadje Devizes. Het toeristische Kenneth and Avon Canal wordt er op spectaculaire wijze gedwongen om 72 m te overbruggen … via 29 sluizen! De sluizentrap van Caen Hill is hiermee de steilste van de wereld. En zoals dikwijls het geval met kanalen slijt ook deze haar oude dag in peis en vree. Zo komen we in de buurt van het hart van Engeland.

De sluizentrap van Caen Hill is de steilste ter wereld.

Geen plek die beter de essentie van het Engelse platteland weergeeft dan de Cotswolds. Deze zachtglooiende heuvelrug strekt zich helemaal uit van Bath in het zuidwesten tot Stratford-upon-Avon in het noordoosten. In tegenstelling tot andere regio’s bleef deze agrarische streek grotendeels gespaard van de uitwassen van de Industriële Revolutie. 

Koekendozendorpen in de Cotswolds

Koning, krijgsman, burger of boer, elke stand ging gekleed in wol van het tot ver over de grenzen bekende Cotswold-schaap. Was er eerst het schaap en dan de Cotswolds? Niemand die het weet. ‘Cot’ is alleszins een ander woord voor schaapskooi, terwijl ‘wolds’ de boomloze heuvels aanduiden. Vermoedelijk waren het de kouwelijke legioensoldaten van Julius Caesar die deze kortgrazers naar Brittannia brachten. Hiermee legden ze de kiem voor de Engelse welvaart in de middeleeuwen. Ook de Vlaamse steden spinden hiervan goed garen! Dat verklaart de architecturale rijkdom van menig Engels dorp.

Het dorpje Lacock is een attractie op zich.

We beperken ons tot enkele koekendozendorpjes aan de uiterste zuidrand van de Cotswolds. De eerste indruk is vaak de beste, zegt men. In het geval van Lacock klopt dit als een bus. Bijna het volledige dorp is in handen van de National Trust. Zowel Lacock Abbey, het voormalige nonnenklooster uit de 13de eeuw, als Lacock zelf vergaarden grote rijkdom uit de wol. En wie geld heeft, laat dat graag zien. Vakwerkhuizen in Tudor-stijl en cottages in blonde Cotswolds-steen sieren zij aan zij de High Street. De abdij werd in de loop der eeuwen tot een gerieflijk landhuis verbouwd. William Henry Fox Talbot, de uitvinder van het fotografisch negatief, zag er het levenslicht in het ronde jaar 1800!

Waar de tijd stille bleef staan! 

De klok staat hier dan misschien wel stil, die van de gps tikt onverbiddellijk voort. Niet dat ze ons echt verwachten in Castle Combe, ooit nog Engelands mooiste dorp. Wevershuisjes met goudblonde gevel en stenen bruggetjes over een riviertje doen het nu eenmaal uitstekend bij toeristen. We laten de motoren achter aan het Market en Butter Cross. Eerst spijs en drank, zo klinkt het uit alle kelen. 

Gezonde Engelse kost.

Een homp vlees en halve liter bier later geven we onze ogen alweer de kost in het verlaten dorp. Één voor één nestelen we ons op het bruggetje over de kabbelende Bybrook. Wat moet het hier een drukte zijn geweest, toen de wolnijverheid op volle toeren draaide. Watermolens leverden de nodige energie, wevers en ververs deden er naarstig hun ding en het middeleeuwse marktrecht zorgde voor een bloeiende handel. Hoe innemend en charmant ook, zonder mensen is de ziel toch uit het dorp. En daar kan een filmploeg helaas weinig aan veranderen.

Castle Combe, het mooiste dorp van Engeland. 

Cheddar Gorge

Kloppen doet het hart alleszins in Bradford-on-Avon, een druk wolstadje op een boogscheut van het beter bekende Bath. Genoeg stedeschoon, daar zijn de Mendip Hills! En meer bepaald de weg die zich 120 m diep op de bodem van de Cheddar Gorge in alle bochten wringt. Dat vraagt om een korte sportieve demonstratie. Maar daar heeft de gifgroene Kawa van een local meer kaas van gegeten …

Cheddar Gorge, een kalkstenen kloof in de Mendip Hills waar het leuk rijden is. 

Kaas in overvloed in het kleine Cheddar. Als thuisbasis van één van de meest verspreide (én nagemaakte!) kazen ter wereld rollen enkele van de oranjegele bolletjes van de toonbank recht naar de tanktas. Iets wat de Cheddar Man, 9.000 jaar oud en hiermee het oudste volledige skelet van Groot-Brittannië, niet echt bezig hield toen hij in één van de vele grotten een gewelddadige dood stierf. Grotten hebben de Cheddar beroemd gemaakt. Maar wie kruipt er bij zulk mooi weer onder de grond?

In Cheddar koop je natuurlijk kaas.

De kathedraal van Wells

Wells, een minzaam kathedraalstadje aan de voet van de Mendips, ontvangt ons soezend in de zon. Studenten liggen er languit op het uitgestrekte grasveld voor één van de mooiste kathedraalgevels die ik ooit heb gezien. Meer dan 300 beelden sieren de volledige breedte van de westelijke gevel. Wat een indruk moet deze beeldenrij hebben gemaakt op de devote maar ongeletterde man van toen!

De kathedraal van Wells moet je absoluut gezien hebben als je in het zuidwesten van Engeland bent. 

Dat alles en iedereen een plaats had in de middeleeuwse maatschappij bewijst de Pennyless Porch, één van de portieken waar bedelaars hun vaste stek hadden. In het aangrenzende Vicar’s Close kregen dan weer de koorknapen hun plaats, ver weg uit het zicht van alle aardse verlokkingen. Het straatje met de identieke huisjes, waarin nu vooral studenten wonen, zou het best bewaarde straatje uit de 14de eeuw zijn.

Vicar’s Close, het best bewaarde straatje uit de 14de eeuw.

Freaking out in Glastonbury

Dat de dag op zijn einde loopt, verraadt de tred waarmee de rest van het gezelschap achter me aan schuifelt. Toch kan ik met de beste wil van de wereld niet om Glastonbury heen. Amper vijf kilometertjes bezuiden Wells, dat moet ze toch nog lukken? Een terrasje, meer niet, it’s a promise!

Iedereen, jong en oud, wil in Glastonbury zijn. 

Heiden of christen, jong of oud, je moét gewoon eens voet hebben gezet op deze gewijde grond. De plek waar Jozef van Arimatea, de oom van Maria (geen zonde als je dat niet wist), zijn staf zou hebben geplant en de Heilige Graal met het bloed van Christus zou hebben begraven. Het mythische Avalon, waar koning Arthur en zijn Guinevere hun laatste rustplaats kregen. Maar evenzeer de plaats waar de zomerzonnewende wordt gevierd en jongeren uit de bol gaan. 

Opvallen is de boodschap in Glastonbury. 

Druïden, mystici, hippies en Hara Krishna’s vallen er niet eens op tussen de schare andersdenkenden, verlichte geesten en alternatieve geitewollensokkendragers die Glastonbury sowieso al telt. Alleen zij die zich onopvallend gedragen, vallen hier op. We kiezen dan ook stiekem voor een verdekt terrasje in een hoek. Dat is meteen mijn laatste wapenfeit. Al daagt het pastorale karakter van de Wylye-vallei me verdomd uit op de terugweg. Gelukkig is daar de Yew Tree Inn om de dag gezellig mee af te sluiten.

Pittoresk Wylye Valley.

The UK is OK!

De volgende ochtend mag er flink gereden worden. Jammer dat we zo vroeg de tunnel in moeten. Heb je wat meer tijd? Bezoek dan zeker het kleine Winchester onderweg. Dat was ooit nog de hoofdstad van Wessex en later zelfs van Engeland! Voor ik het goed en wel besef voeren de M25 en M20 ons naar Kent. Nog gauw een bosgroen ommetje naar Chilham en daar piept de Chunnel.

Nog even chillen in Chilham en dan de tunnel in. 

Einde van een schitterende vierdaagse op Britse bodem. Laat er geen twijfel over bestaan: the UK is OK!